In Slot Zeist vond eind 2017 op initiatief van Anton Philips en mij een inspirerende bijeenkomst plaats. Tien vertegenwoordigers uit het onderwijs, de wetenschap en het bedrijfsleven hebben zich de vraag gesteld “Hoe kunnen we gezamenlijk een bijdrage leveren aan de ontwikkeling en de keuzeprocessen van leerlingen en studenten door het bevorderen van hun intrinsieke motivatie bewustzijn?” Ervaring en ook onderzoek wijzen namelijk uit dat het maken van gefundeerde keuzes op basis van intrinsieke motivatie een sleutelfactor is voor het ontwikkelen van de talenten van de leerling en een succesvolle school-, studie- en arbeidsloopbaan.
Een gefundeerde keuze is hard nodig omdat de studie uitval een nationaal erkend probleem is. De vorige Minister van Onderwijs heeft nieuw beleid aangekondigd rondom loopbaanoriëntatie en studiekeuze – de studiekeuze check – maar dit heeft er tot nu toe niet toe geleid om het percentage studenten dat van studierichting verandert of helemaal uitvalt, te reduceren. Er is meer nodig om de juiste talenten op de juiste plek te krijgen.
De uitkomst van de Slot Zeist bijeenkomst was het “Consensus document Intrinsieke Motivatie” en is door de deelnemers ondertekend. In dit consensus document worden bouwstenen en actiepunten geformuleerd om intrinsieke motivatie centraal te stellen bij het optimaal kunnen kiezen van de juiste beroepsrichting en de meest relevante opleiding.
De ondertekenaars zetten zich in – samen, maar ook ieder in zijn of haar eigen organisatie of invloedsfeer – om de intrinsieke motivatie van leerlingen, studenten en medewerkers als uitgangspunt te nemen bij de ontwikkeling en bij het gebruik van hun talenten, bij het kiezen van hun opleidingsloopbaan en het aanbieden van onderwijs.
Wij, vertegenwoordigers vanuit het onderwijs, de wetenschap en het bedrijfsleven, hebben ons de vraag gesteld “Waarmee kunnen wij gezamenlijk een bijdrage leveren aan de hoogst noodzakelijke bezinning op de kwestie die voorafgaat aan het doel van elk onderwijsbeleid en die bijdraagt aan het succes van alle leerlingen en studenten: het serieus nemen en het bevorderen van hun intrinsieke motivatie?” Die bezinning vindt niet alleen plaats in de onderwijsinstellingen, maar ook in de wetenschap en (actueel) in de politiek, er komen zelfs landelijke normen voor. Immers, uitval is een groot probleem: de maatschappelijke kosten zijn hoog, voor de instellingen die erop worden aangekeken, en – het belangrijkste – voor de leerlingen en studenten zelf. Voor veel jonge mensen aan de vooravond van hun loopbaan, is het gevoel verloren te raken, zelfs te falen, diep ingrijpend. Want niet wat je niét kunt, geeft energie, maar wat je wél kunt: daarin worden talenten aangesproken en passie beleefd.
‘t Goede nieuws is dat we de individuele intrinsieke motivatie van ieder mens in kaart kunnen brengen. Het resultaat is zo concreet dat je het kunt gebruiken als basis voor talentontwikkeling en voor succesvolle keuzes van studie, beroep en loopbaan, in arbeid en vrije tijd. Motivatie is daarin ook geen statisch gegeven: opvoeding, het onderwijs en adequate begeleiding kunnen helpen die te ontwikkelen en de persoon te laten vormen die uiteindelijk zelf de regie over zijn of haar eigen leven voert.
“De jongere/leerling/student staat centraal” is een veel geciteerde stelling. Hoe dat vorm wordt gegeven is afhankelijk van ouders en docenten. Ouders zijn al vroeg verantwoordelijk voor de begeleiding van hun kind in het ontdekken en ontwikkelen van motivatie. De rol van docenten blijkt van grote invloed, en ook oudere medeleerlingen en -studenten kunnen coachen. Beroepsbeoefenaren kunnen helpen om leerlingen/studenten voor te bereiden op een meer dan onzekere toekomst waarin motivatie richting en zekerheid biedt.
School kan veel betekenen, ook buiten de gebruikelijke tijden en aanpak. Niemand van ons hoeft erg ver te kijken om leerlingen te zien waar het mis is gegaan. Die te vroeg hebben moeten kiezen zonder kans op herstel. Die hun school als een gevangenis hebben ervaren. Die als een nummer werden behandeld. Daarom is een goed, tijdig zicht op wat de jongere/ leerling/student drijft, wat hun nieuwsgierigheid prikkelt, van levensbelang.
Hoe natuurlijk ook, dit gaat niet vanzelf. Elke docent wil voor iedere leerling het beste. ‘Alles mag je hier worden. Behalve ongelukkig. Beloofd?’
Maar wat intuïtief ‘leuk’ lijkt hoeft niet te leiden tot juiste keuzes. Wanneer je je bewust bent wat je innerlijk motiveert, door reflectie op ervaringen en toetsen van voorkeuren, kun je gerichte keuzes maken. Het halen van een diploma is belangrijk.
Je hart leggen in de opleiding van je keuze brengt je verder vooruit. Hiervoor is meer nodig dan onderwijzen van vakken. Het gaat om het begeleiden bij het ontdekken, ontwikkelen en benutten van kwaliteiten en motivatie. Intrinsieke motivatie kan dan de leidraad zijn in de hele onderwijskolom.
Veel onderwijsbeleid begint aan de achterkant van het traject: doelen en diploma’s, met dienovereenkomstige eisen aan kwaliteit. Gezien vanuit de persoon van de leerling en de student dient de focus verlegd naar zijn/ haar kansen en mogelijkheden en verwachtingen in de wereld om hem/ haar heen, als scholing voor het leven.
Gelukkig zien we die aandacht in het beleid wel verschuiven. (On-)gelijke kansen en het belang van loopbaanoriëntatie en –begeleiding staan volop in de belangstelling, en terecht!
Dit laat zien dat de vormende kant van onderwijs en de afstemming op de leerling/student zelf, meer dan alleen diens bijdrage aan het onderwijs als product, weer een item is.
Er wordt zelfs al gewerkt aan eisen aan de landelijke normen voor loopbaanbegeleiding, studievoorlichting en studiekeuze-activiteiten. Wij bepleiten de basis hiervoor te leggen in de integratie van intrinsieke motivatie door de hele school- en studieloopbaan heen, en daarvoor ruimte te scheppen, experimenteel en structureel.
Om te zorgen dat intrinsieke motivatie een daadwerkelijke parameter voor goede kwaliteit van onderwijs wordt moet kennis van de intrinsieke motivatie van alle leerlingen en studenten worden gestimuleerd.
De daarvoor noodzakelijke expertise is voorhanden maar kan en moet beter en breder ontsloten worden. Veel leerlingen en studenten blijken nu al beter af te zijn bij instellingen die vanuit die visie en ervaring werken. Daarin zien we onderwijs als werkplaats voor de toekomst, oefenplaats voor samenleven.
Met intrinsieke motivatie bedoelen we de combinatie van drijfveren, interesses en talenten. De term intrinsieke motivatie an sich zal niet direct begrepen worden door leerlingen, studenten of werkenden.
Maar bij alle aandacht voor prestatie, productie, rendement, is intrinsieke motivatie de bepalende onderliggende factor.
Anton Philips
Voorzitter bestuur – Stichting Emergo
Initiatiefnemer Consensus Groep
Ernest van Hezik
Mede-oprichter– Stichting MotivatieMatch en EJJ Consultancy
Initiatiefnemer Consensus Groep
Corine Korrel
Oprichter – VMBO On Stage
Marc Mittelmeijer
Voorzitter van het College van Bestuur van stichting PCOU/Willibrord
Marinka Kuijpers
Hoogleraar – Open Universiteit
Directeur – Loopbaangroep
Melek Usta
Initiator en drijvende kracht – Peer2Peer education
Nienke Meijer
Voorzitter College van Bestuur – Fontys Hogescholen
Peter Huwae
Decanaat, HAVO/VWO – NVS-NVL
Tijl Koenderink
Directeur, trainer, opleider – Novilo Talentbegeleiding